Natuurhistorisch & Volkenkundig

NVM Oudenbosch

fruitpit snijwerk

In het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum is een tijdelijke tentoonstelling met Chinese objecten. Hierbij wordt een bescheiden greep uit onze collectie getoond. In november zetten we een ander object uit China in de kijker, een klein stukje houtsnijwerk.

Fruitpittensnijwerk of 'heidao' is een volkskunst die populair werd tijdens de Song-dynastie (960-1279). Rond de tijd van de Ming-dynastie (1368-1644) was het een van de meest gewaardeerde kunstvormen geworden op het vasteland van China. Voor koningen en hoge functionarissen was het in de mode om gesneden accessoires gemaakt van fruitpitten te dragen.

Verschillende pitten van steenvruchten kunnen worden gebruikt, denk aan perzik en abrikoos, maar ook notenschillen zoals die van de walnoot. Naast bootjes worden de drie Chinese geluksgoden Fu Lu Shou ook vaak uitgesneden. Ook worden veelvuldig uit de pitten bloemmotieven getoverd.

De basis voor het NVMO werd gelegd doordat de broeders uit allerlei missiegebieden bijzondere objecten meebrachten ten dienste van het onderwijs. Maar ook werden regelmatig leuke souvenirs meegebracht. Daar is het Chinese fruitpitsnijwerk een voorbeeld van. Het bootje desbetreffende bootje  is handgesneden met vele mooie details. De boot heeft een versierd dak en verschillende deuren. In de boot zitten 6 personen. Het heeft drie geboorde gaatjes, waarschijnlijk ten behoeve van bevestiging aan bijvoorbeeld een ketting of riem. Het bootje meet slechts 4,5 centimeter. De houtsnijder moest dus beschikken over heel wat vakmanschap om een kleine pit te veranderen in een siervoorwerp met zo veel details.

In de twintigste eeuw nam de populariteit van heidao af. Door de toename van verzamelaars is de interesse in het fruitpitsnijden echter weer terug van weggeweest. Het graveren van olijfpitten is zelfs erkend als immaterieel cultureel erfgoed van de provincie Guangdong. Gevaren voor het voortbestaan liggen op de loer. In China worden weinig zwarte olijfbomen aangeplant en weinig mensen willen deze kunstvorm aanleren.