Natuurhistorisch & Volkenkundig

NVM Oudenbosch

schaakbord kader

De maatschappij opent stap voor stap. In januari mocht het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum haar deuren weer openen. Daarnaast mogen de Nederlandse schaakclubs op dit moment weer beetje bij beetje hun activiteiten oppakken. Daarom zet het NVMO deze maand een schaakspel in de schijnwerpers.

In november 1861 vertrokken vier broeders van Saint Louis op verzoek van de overheid en vanwege de goede kwaliteit van hun onderwijs, naar het toenmalige Nederlands Indië om in Surabaya de eerste katholieke jongensschool van Java te stichten. De school werd op 7 juli 1862 geopend.

Op 5 juli 1862 schonk Jan van der Hagen, pastoor van Ambarawa, ter gelegenheid van de opening een schaakspel aan de broeders van Saint Louis. Het Chinese schaakspel bestaat uit een beschilderd houten bord met roodkleurige en witte stukken, met de hand en tot in de kleinste details gesneden uit been.

Van der Hagen (St. Oedenrode, 1820 - Surabaya, 1868) was van 1862 tot 1868 pastoor en regulier overste van Ambarawa op Java.

Schaken is een eeuwenoud spel. Het is echter onduidelijk waar het spel precies vandaan komt, naar schatting zijn oervormen al zo’n 3000 jaar oud. Chaturanga ontstond in de 6e eeuw in India. Het uitgangspunt was het nabootsen van een veldslag tussen twee Indische legers en het doel was het tonen van een gevecht dat afwisseling bood en waarbij elk fysiek geweld vreemd was. De stukken verbeelden voetvolk, ruiterij, olifanten en strijdwagens. Chaturanga verspreide zich richting China en Japan. In China ontstond xiangqi. Dit bordpsel kent gelijkwaardige stukken, maar het bord is anders dan bij een schaakspel. Shahtranj ontstond een eeuw later in Perzië en kwam waarschijnlijk voort uit chaturanga. Door de uitbreiding van het Islamitische Rijk werd na verloop van tijd het schaken via Spanje in Europa bekend.

In Europa veranderen verschillende regels. De dame doet zijn intrede en krijgt een belangrijke rol in het spel. In de 15e eeuw is het Europese schaakspel ontstaan zoals we het nu kennen. Er is wel een belangrijke verwijzing naar de Aziatische geschiedenis. Het spel eindigt met schaakmat, afkomstig van de Perzische woorden shāh māt.

Het schaakspel van de broeders van Saint Louis behoort tegenwoordig tot de collectie van het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum. De stukken zien er anders uit dan degene die we vaak zien. Niet vreemd, want er is een grote verscheidenheid aan verschillende schaakstukken. In Europa zijn er archeologische vondsten gedaan van oude stukken uit de Vikingtijd, soms ook gesneden uit beenderen. In de kubuswoningen te Rotterdam is er zelfs een speciaal Schaakstukkenmuseum. De internationale schaakbond Fide schrijft voor dat in competitieverband gebruik gemaakt dient te worden van schaakstukken volgens het Stauntonmodel. Deze werden in 1849 gepresenteerd en vernoemd naar de schaker Howard Staunton. De stukken in het Oudenbosche museum hebben een figuratief uiterlijk en zouden bij een officiële schaakwedstrijd dus niet gebruikt mogen worden. Onder meer de olifanten doen denken aan historische Oosterse schaakspellen.