Onze volkenkundige afdeling heeft slechts een geringe hoeveelheid aan objecten uit Amerika, er zijn echter wel een aantal mooie voorwerpen uit het Noorden van dit werelddeel. Zo is er een tomahawk, sieraden en boemerangs. De inheemse bevolking van Amerika, door Columbus in de 15e eeuw foutief Indianen genoemd, heeft haar eigen gebruiken en kledingstijl. Een hoofdtooi is waarschijnlijk een bekend onderdeel van de traditionele kledij van Native Americans.
De hoofdtooi die we in onze collectie hebben is afkomstig uit behoorde tot de zogeheten prairie-volkeren. De donkerbruin met witte veren zijn met rode stof bevestigd en een geregen bandje aan een leren hoofddeksel. Aan de voorkant is de hooftooi versierd met een decoratief bandje van in een patroon geregen kralen.
Er zijn ook strengen donker haar, waarschijnlijk paardenhaar, bevestigd aan de bovenkant van de veren.
Inheemse Amerikaanse hoofdtooien werden eigenlijk alleen gedragen door een tiental stammen in de Great Plains-regio, zoals de Sioux, Crow, Blackfeet, Cheyenne en Plains Cree. Het waren nomadische volkeren die onder andere leefden van de jacht op bizons, het Amerikaanse neefje van onze wisent. Uiteraard voor het vlees, maar ze maakte ook dankbaar gebruik van deze dieren om gebruiksvoorwerpen te maken als kleding, decoraties en gereedschappen.
Misschien denken we aan felgekleurde veren die gebruikt worden voor rituele kleding, maar de nomaden maken gebruik van de veren van inheemse vogels. De tooien werden meestal gemaakt van de staartveren van de steenarend, en elke veer is verdiend door een daad van moed. De hoofdtooien waren ook vaak versierd met hermelijnenhuiden en fraai kralenwerk.
Inheemse Amerikaanse hoofdtooien waren belangrijke ceremoniële regalia die alleen door leiders en krijgers werden gedragen.
In de 19e eeuw begonnen mannen van andere stammen soms hoofdtooien in Plains-stijl te dragen. Dit kwam deels door de Amerikaanse toeristenindustrie, die verwachtte dat Indianen er op een bepaalde manier uit zouden zien.
